Jamaica

Jamaica

… enkele flarden van mijn nota’s teruggevonden van een mooie tropische week. De kwaliteit van de foto’s is ietsje minder.

Zondag, 30 november

Om 3.00 uur opgestaan, vlug gedoucht en ontbeten, bed ververst voor ons marraintje die de hoede over Wim zou waarnemen tijdens onze afwezigheid en in allerijl vertrokken richting Amsterdam. Het was nog pikdonker en hier en daar flitste een wagen van late uitgaanders ons voorbij. Net over de grens met Nederland, werden we tegengehouden voor een alcoholtest. We reden per ongeluk over de bumpers en een camerateam snelde vlug naar ons heen om ons te filmen. Aangezien we heel, zeg maar supernuchter waren, mochten we doorrijden, waarna de cameramensen ietwat ontgoocheld afdropen.

We naderden Schiphol met rasse schreden en werden naar Parking 3 geleid door een bestelwagentje waarop de neon-verlichting ‘Follow Me’ flikkerde. We kregen een parkeerplaats aangewezen en onze bagage werd overgeladen en afgezet aan een wachtstation. Een busje kwam ons ophalen en het bleek dat we voor MartinAir in Hall 3 (stopplaats 2) moesten zijn. Qua organisatie kunnen we beslist wel iets van de Hollanders opsteken. Daarna trokken we na wat wachttijd naar de check-in area. Na het inchecken slenterden we wat rond, Yves kocht een biografie van Evita en ik de bestseller ‘Emotional Intelligence‘ van Daniel Coleman. Daarna ontbijt met appelsiensap, croissants en heerlijke koffie. Het optimisme van de zwarte ober, die meeneuriede met de radio, straalde over ons heen en bezorgde ons al een heerlijk vakantiegevoel.  Daarna zochten we onze gate op waar het nogal frisjes was en tussen een paar dutjes door hielden we ons bezig met het gadeslaan van onze medepassagiers. Ene zal ons zeker bijblijven: een ladderzatte rijzige Engelsman met een fles Vodka in de hand met witte broek en blauw-wit gestreept jasje, die zich luidruchtig en languit op de banken liet neerploffen. Rond 10.15 uur mochten we het vliegtuig op en een airhostess stelde zich aan ons voor en vertelde dat heel wat deelnemers hadden afgehaakt.

In het vliegtuig zaten we aan de zijkant met ons tweeën en rond 11.00 uur steeg het vliegtuig op. Het zou een lange vlucht worden (10 uur vliegen) en we verdeelden onze tijd tussen indutten, lezen, observeren, TV-kijken. Om 3.30 uur was er een tussenstop op Cuba in Varadero, waar we na 1.30 uur terug zouden opstijgen. Uiteindelijk landden we dan rond 6.00 uur in Montego Bay (Mo-Bay voor de lokalen). Een vochtige warmte kwam ons tegemoet en al direct werden we ondergedompeld in de kleurrijke sfeer van Jamaica. Mooie elegante, gekleurde mensen met prachtige parelwitte smiles en kleurrijke dames met gebloemde jurken en strooien hoeden. Nadat we onze bagage gerecupereerd hadden trokken we naar de arrival hall, waar een vriendelijke driver Henry ons al stond op te wachten. De bagages werden overgebracht in een air-conditioned busje en we kregen eerst nog een heerlijk fris drankje aangeboden. De chauffeur gaf ons wat summiere uitleg en in de donkerte ontwaarden we de vormen van een overweldigende plantengroei en kleine houten huisjes met zinken daken. We reden doorheen een politieke meeting en Henry waarschuwde ons ‘it is dangerous to mix with them‘, want ‘sometimes people get killed, they are bad people‘.  Het viel ons onmiddellijk op dat ze hier nogal snel reden (links) en onvoorzichtig waren. In het hotel aangekomen stond een vriendelijke ‘Ingrid’ ons op te wachten, we kregen een glas Champagne voorgeschoteld en na wat uitleg trokken we naar kamer 508. Onze eerste indruk: the people around us are beautiful, kind and open-hearted. Wat een warmte hier en overweldigende natuur, wat een schril contrast met onze stenen en betonnen surroundings in België.

’s Avonds trokken we nog vlug even naar de ‘Hill Area‘, waar we genoten van gegrilde swordfish, mmm! De waiter, Orval, wist ons te vertellen dat het in Jamaica nooit sneeuwt, maar dat ’s nachts de vochtigheid invalt… met een ietwat samenzweerderig gezicht vertrouwde hij ons toe: ‘You can’t see it, you can’t feel it, but it comes in the night, and we call it dew‘, hij zei dat op een manier alsof hij het over het 7de wereldwonder had. We bewonderden verder de overweldigende bomen, planten en bloemen om ons heen en genoten van de natuurgeluiden en aardgeuren van deze mooie tropische nacht. Onze kamer is prachtig met bebloemde gordijnen en spreien en mahoniehouten meubilair. Moe en tevreden sliepen we de volgende dag tegemoet.

Maandag, 1 december

’s Morgens was Yves zoals altijd om 6.00 uur wakker en hij kon me overhalen om een vroege wandeling te maken naar het strand. De natuur ruikt hier heerlijk en de dauw lost langzaam op in de eerste zonnestralen. Het strand is adembenemend en ik kan bijna niet wachten om er een duik in te nemen. Er is blijkbaar nog een misverstand rond de strandhanddoeken en terwijl Yves zich installeert voor het ontbijt, word ik hiervoor heen en weer gestuurd zonder veel resultaat, wat mij matig begint te ergeren. Maar zoals altijd werpt de kordate tussenkomst van Yves haar resultaten af en is dit probleem in een mum van tijd van de baan.

Na een heerlijk ontbijt, badpak aangetrokken en richting strand vertrokken. De Caraïbische zee is werkelijk hét einde, lichtblauw, transparant water, geen wieren, onnoemelijk mooi. Ik geniet met volle teugen van het warme, zilte water.

Donderdag, 4 december

Onze nogal corpulente gids, Wendy, en chauffeur Roy leidden ons vandaag naar Black River, een van de oudste steden van Jamaica en de Y&S Falls. De lange rit liet ons een brede waaier van huizen zien, variërend van gewone planken huizen tot statige stenen burgershuizen. Ook duidelijke contrasten bij de bevolking… landarbeiders vs. mensen werkzaam in hotel- en toerismewezen. Ook veel tegenstellingen in kledingstijl: kraaknette Britse uniformen van de schooljeugd in verschillende tinten, gaande van geel over blauw over roze. Overal waar we komen valt het ons op dat de Jamaïcanen waarmee we in contact komen heel beleefd en voorkomend zijn.

De Y & S Falls zijn spectaculair. Met open wagen trekken we doorheen een overweldigend tropisch paradijs, het kletterende geluid van de watervallen op de achtergrond.

Mijn nota’s zijn onvolledig en ik vind enkel nog een soort evaluatiebriefje van me terug:

‘We had a marvelous stay here in Beaches, we feel as if we have been plunged in the very core of paradise for one week. Everything was just perfect.

As a suggestion box is provided, kindly find herewith some comments:

  • the oxygen bottles of the scuba-divers. These heavy burdens had to be carried several times a day to the boat by the staff… a small cart or a small lorry could alleviate this wearisome task
  • we had an exquisite supper at the Sevilla, but wondered why the Jamaicans who served us, were wearing white gloves. We presume this is a remainder of the colonial period and we – as Europeans – experienced this custom as quite humiliating for Jamaican people. Why, not eliminate the white gloves, call it ‘Jamaican gastronomic restaurant’, have more lights turned on and playing some Jamaican music in the background…
  • in the evening show-time could maybe be combined with dance-time…

‘Pour le reste’, this place is top class on all levels… kind, gracious and dedicated hotel team!